Financiële afwijkingen

De lasten zijn deels incidenteel en deels structureel € 1.282.000 hoger dan begroot, omdat:

• we kampen met tegenvallers, zoals nog niet gerealiseerde besparingen, hogere zorginzet/-kosten per jeugdige en bovenregionale maatregelen voor JeugdzorgPlus (gesloten voorzieningen). Dit leidt tot een nadeel van € 1.417.000.
• de kostenverdeelsleutel voor regionale jeugdhulp is geactualiseerd. Dit leidt tot een voordeel van € 273.000.
• we extra inzetten op Jeugdhulp naar Voren, in casu gespecialiseerde ambulante ondersteuning in de reguliere Buitenschoolse Opvang. Dit leidt tot meerkosten van € 240.000.
• de eindafrekening 2021 van de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ gunstiger uitvalt. Dit is een meevaller van € 102.000.

De lasten zijn incidenteel € 119.000 hoger dan begroot, omdat de Dienst Gezondheid & Jeugd meer personeel inzet op interventies in situaties waar de veiligheid van kinderen en volwassenen in afhankelijkheidsrelaties in het geding is.

De baten zijn structureel € 209.000 lager dan begroot, door de in gebruik name van het nieuwe crematorium in Zwijndrecht en omdat er steeds vaker gekozen wordt voor crematie zonder accommodatiegebruik.

De baten zijn incidenteel € 98.000 hoger dan begroot, omdat het niet bestede budget 2021 voor de inzet van de projectleider Wet Verplichte GGZ (WVGGZ) vrijvalt.

De lasten zijn incidenteel € 1.517.000 lager dan begroot, omdat

• de contracten voor huishoudelijke ondersteuning zijn verlengd in plaats van aanbesteed.
• er minder huishoudelijke ondersteuning is verleend door krapte op de arbeidsmarkt.
• de eigen bijdragen van cliënten aan WMO-voorzieningen te voorzichtig waren begroot.
• er minder woningaanpassingen zijn aangevraagd.
• de vervoerstarieven hoger zijn door gestegen kosten voor energie en grondstoffen.

De lasten zijn incidenteel € 232.000 lager dan begroot, omdat

• de GR Sociaal de regionale kostenverdeelsleutel voor het minimabeleid heeft geactualiseerd (€ 170.000).
• er minder afname van de collectieve zorgverzekering voor minima is (€ 62.000).

De lasten zijn incidenteel € 2.475.000 en de baten € 641.000 hoger dan begroot, omdat de voorlopige beschikking van de BUIG is verwerkt. Het tekort ontstaat omdat er in de Begroting 2022 van is uitgegaan dat de BUIG-vergoeding mee daalt met de daling van de bijstandsuitkeringen in de ramingen van het Centraal Plan Bureau (CPB). De voorlopige beschikking vanuit het Rijk is echter niet gebaseerd op de CPB-ramingen waardoor de vergoeding harder is gedaald dan de te verwachten bijstandsuitkeringen.

De lasten zijn incidenteel € 137.000 lager dan begroot, omdat de GR Sociaal de uitvoeringskosten voor de Wet sociale werkvoorziening (WSW) heeft bijgesteld op basis van de meest recente cijfers vanuit het Rijk.

De lasten zijn incidenteel € 372.000 lager dan begroot omdat Drechtwerk de personeelskosten heeft bijgesteld op basis van de meest recente prognose van het beschikbare aantal medewerkers Wet sociale werkvoorziening (WSW). Dit is gedaald ten opzichte van de primaire begroting.

De lasten zijn incidenteel € 508.000 hoger dan begroot, omdat het Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH) invulling zal geven aan ontvangen Rijksmiddelen 2021-2022 die op basis van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen (POK) voor de actielijn personen met (hoog) risicovol verward gedrag zijn toegekend. Vanuit de middelen 2021 die zijn overgeheveld wordt ingezet op versterking en betere positionering van het ZVH. Hiertegenover staat een voordeel op het programma Algemene Dekkingsmiddelen .

De lasten zijn incidenteel € 6.846.000 hoger dan begroot, omdat de GR Sociaal (SDD) een eenmalige tegemoetkoming voor de gestegen energieprijzen aan huishoudens met een laag inkomen verstrekt. Gemeenten worden hiervoor gecompenseerd door het Rijk, zie programmakaart Samenwerkend en Verbindend Dordrecht .